
De Scheveningse gevangenis was in de oorlog een beetje cynisch omgedoopt tot ‘Oranjehotel. Tegenwoordig is het een nationaal monument. Men houdt er een namenregister bij van mensen die er opgesloten hebben gezeten en daar zitten drie Noordwijkers bij:
Jozef Beugelsdijk (1918-1945), die vanwege zijn deelname aan het ondergrondse verzet werd gearresteerd en via Scheveningen en Amersfoort in Neuengamme terecht kwam, waar hij overleed.
Horlogemaker Leen Banck (1888-1961) die gearresteerd werd vanwege belediging van de Duitse Wehrmacht, maar in 1943 na een verblijf van 1 maand weer werd vrijgelaten. Hij zou nog tot in mijn tijd onder de naam ‘Banck&Tissing’ een horloge- en zilverwinkel drijven aan de VOorstraat.
En tenslotte Jacob Blokhuis (1891-1942), die via Scheveningen en Amersfoort in Sachsenhausen terecht kwam, waar hij werd gefusilleerd wegens “fortgesetzter Feindbegünstigung und verbotenem Waffenbesitz”. Blokhuis was via de militaire opleiding aan het instructiebataljon te Kampen opgleid tot officier en kwam na de overgave van het Nederlandse leger in het verzet terecht. Jacob was een zoon van Wouter Blokhuis en Gezina Moll, die in Noordwijk de stoomfabriek van verduurzaamde levensmiddelen dreven, “De Anna” (voorloper van de aardewerkfabriek De Kroon en van een houten speelgoederenfabriek, ook wel poppetjesfabriek genaamd). Hij had 4 broers, onder wie Gosse, die ook officier was in het Nederlandse leger, en één zusje. Het leven en de dood van Jacob staan ook op de site van het Oranjehotel opgetekend.