Het woord duidt precies aan wat het waren: ‘bovenleidingsonderhoudswagens.’ Ze werden door de NZH volop ingezet voor het onderhoud van slijtagegevoelige bedrading, waarlangs de trams hun weg vonden. Ook in Noordwijk kwam je ze wel tegen. Ze zagen er nogal dreigend uit, vond ik, met die beweegbare loopplank bovenop het dak.

Op de beide foto’s is van ‘onderhoud geen sprake meer: werklui zijn hier bezig op de Blauwpoortsbrug in Leiden met het weghalen van de bovenleiding, nadat de allerlaatste tram hier gereden had.