Gisteren stierf mijn favoriete dichter Remco Campert. Ook in BLOGnoordwijk krijgt hij een plaats, want er is een scene in zijn proza én poëzie, die ooit in Noordwijk speelde. Johan van der Keuken maakte in de winter van 1960 een korte film – ‘Een Zondag’ – naar een scenario van Remco Campert. De opnamen ervan vonden plaats in Zandvoort en Campert was wel nieuwsgierig naar die opnamen en dan ontspint zich het volgende verhaal in de woorden van Campert zelf:

“Verveling, kou en drank sloegen toe en op een vrolijke Amsterdamse nacht besloten produktieleider Almar Tjepkema, een uit een inrichting weggelopen meisje met hele grote borsten en ik over het strand van Noordwijk (waar Almar nog een café wist dat tot diep in de nacht open was) naar Zandvoort te rijden in de produktie-2cv, opdat we de volgende ochtend extra vroeg op de set zouden zijn. Dit kon heel goed, volgens Almar, hij deed het geregeld. (…..) Een paar kilometer buiten Noordwijk kwam de vloed opzetten en alras liepen we muurvast in het drijfzand. Een tijdje zaten we, ons aan elkaar en aan een fles jenever verwarmend (die had je toen altijd bij je), lacherig bijeen. Zo af en toe knepen we eens in een tiet en hielden de moed erin, tot het koude zeewater aan onze voeten begon te knagen. Enfin, dat werd nog een heel gedoe met politie en takelwagens en hopen dat ze niet naar de identiteit van het meisje zouden vragen en ook niet naar het rijbewijs van Tjepkema dat hem al geruime tijd geleden was afgenomen (terecht, naar nu bleek) en laat de volgende ochtend naar Zandvoort rijden in een auto die alleen nog maar in de eerste versnelling kon en waarvan de remmen, aangetast door het zeewater, dienst weigerden.”

De gebeurtenis komt terug in het gedicht “De Grote Rust” uit de bundel ‘Dit Gebeurde Overal’:

En dan wakker worden

in een auto, een eindweegs in zee,

en de verrukte verwondering

dat de aarde er überhaupt is –

de duinen van mijn jeugd,

het grijze lichaam van de dageraad

en in de verte op het stille strand

(een herhaling in mineur)

De zwarte uniformjas, de agent van politie.

Die (Noordwijkse?) agent van politie kreeg aldus zonder het te beseffen een plek in het werk van een onvergetelijke schrijver en dichter. Benieuwd welke agent dat was.