Het is een rare gedachte: dat Nederlanders die omkwamen in de Tweede Wereldoorlog in de tijd op onderscheiden wijze werden herdacht: men was er in het algemeen als de kippen bij om de jaren 40-45 zoals die zich in het Nederlandsche deel van het Koninkrijk afspeelden, te herdenken. In Noordwijk zijn er bij mijn weten drie van zulke monumenten: het ‘officiële’ herdenkingsmonument, dat in 1952 werd onthuld. Dan de gedenknaald ter nagedachtenis van Rudolf Tappenbeck (1948). Én tenslotte de summiere herinnering aan  Jørgen Bech en Eduard Victor Maier, in het bos bij Huize Offem.
 
Aan Indische herdenkingen werd in Noordwijk lange tijd niet gedaan, ondanks het feit dat al kort na de Indische oorlogen (of politionele acties) veel mensen ook naar Noordwijk repatrieerden. Pas in 2001 werd een monument onthuld ter nagedachtenis aan vier Noordwijkse jongens die in Indië  ‘gebleven’ waren:
 

Jan Doove sneuvelde op 6 december 1947 tijdens een patrouille bij Moearu Koenan, Palembang. Hier werd hij gevangen genomen en gedood.
Leen Hellenberg  sneuvelde op 16 september 1946 in Toebang Mandjul op Borneo. Hij werd door een sluipschutter getroffen.
Jan Mourits is omgekomen op 4 januari 1949. Zijn auto, die onderdeel uitmaakte van een konvooi in Madiun, reed op een trekbom.
Jaap Raaphorst moest op 10 april 1949 tijdens een patrouille in Karanplosie achtergelaten worden.