
Het schilderij is getiteld ‘Dorpswinkel met Bleekveld’ en het is van de hand van de onvermijdelijke Max Liebermann. Op de achterkant van het werk staat met de hand geschreven: “Max Liebermann, aus seiner Holländischen Zeit, 80er Jahre”. Door de veilingmeester van Veiling Dorotheum in Wenen wordt dit schilderij echter niet in de tachtiger jaren van de 19e eeuw gesitueerd, maar in 1905. En dat maakt dat dit beeld zeer wel in Noordwijk geschilderd kan zijn, want Liebermann kwam in de zomer van 1905 voor het eerst in Noordwijk.
Het werk kwam onmiddellijk terecht in de kunsthandel van Paul Cassirer. In Noordwijk was Liebermann kind aan huis bij de Cassirers, die aan de noordboulevard-in-wording een huis hadden laten bouwen (het latere ‘Casa Mare’). Cassirer verkocht het schilderij nog in datzelfde jaar 1905 aan ene Rosenberg. En dan gaat het verder:
According to a letter from the 1920s enclosed with the picture, prior to the First World War it appears to have been in the possession of the son-in-law of Richard Wagner’s daughter Cosima, the art historian Henry Thode. It is said to have been kept at Thode’s villa on Lake Garda, which was confiscated along with all its contents when Italy entered the war in 1915. Later, the property was gifted to the writer Gabriele d’Annunzio by the Italian state. D’Annunzio, however, took very little interest in Thode’s pictures, including a large collection of paintings by Hans Thomas. The paintings thus entered the Italian art trade and returned to Germany at the beginning of the 1920s.
Rond 1925 bevindt het schilderij zich dan in de collectie van ondernemer Albert Rössing (1875–1949) in Braunsweig, waarna het via vererving terechtkomt in Wenen. Daar wordt het schilderij op 23 mei a.s. geveild bij het genoemde veilinghuis Dorotheum. Inzet vooralsnog € 36.000.