Jules Deelder heeft ooit en ergens geschreven dat de Dienst Stadsontwikkeling van de Gemeente Rotterdam de Duitse Luftwaffe wel dankbaar moet zijn geweest voor het creëren van zoveel nieuwe ruimte voor nieuwbouwplannen na de Tweede Wereldoorlog. Tja.

Met hetzelfde soort cynisme zou je kunnen zeggen dat Noordwijkers de Batterie Noordwijk van de Duitse Kriegsmarine wel op hun blote knieën bedankten voor de aanleg van een heus zwembad in de Noordduinen. Want als de Kriegsmarine niet zo voortvarend was geweest in dezen, had Noordwijk voor lange tijd zo’n zwembad ontbeerd. Het zwembad stelde an sich niet zoveel voor, het was allemaal beton en drijfsteen wat de klok sloeg en het water was ijskoud, maar toch,

Het zou tot ergens begin Jaren Zestig duren voordat er een kwalitatief wat beter bad zou komen: verwarmd water dit keer onder een golfplaten stellage achter Hotel Zeerust. Maar tot die tijd, bijna twintig jaar lang moesten Noordwijkers het doen met dat armzalige ‘Golfbad’, waar ze zwemles kregen van de even gevreesde als legendarische Greet van Tilburg, die met kokette gele laarzen en een grote stok met pikhaak hele schoolklassen drijvende probeerde te houden.

‘Armzalig Golfbad’: maar er was lange tijd niets anders. Ik vraag me af hoe Noordwijkse kinderen vóór de oorlog eigenlijk leerden zwemmen. Kónden ze wel zwemmen?