
Ik krijg van Willem een kopie van de “Volkszang Bundel” uitgegeven door de Culturele Commissie van Volksherstel te Noordwijk. Een allegaartje van liederen, zoals daar onder meer waren kerstliedjes (Nu Seit Wellecoome), nationalistisch getinte liedjes (Wilhelmus en Blanke Top der Duinen), religieuze liederen, Suidafrikaanse liedjes (Sarimarijs) én ook: twee liederen aan Noordwijk gewijd.
De Culturele Commissie van Volksherstel te Noordwijk was een lokaal onderdeel van de stichting Nederlands Volksherstel uit 1944, een overkoepelende hulpverleningsorganisatie die zich richtte op de “bevordering van de geestelijke en lichamelijke wederopheffing van Nederlanders die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog in nood verkeerden.” De stichting was een allegaartje van allerhande stichtingen en verenigingen, eigenlijk was zo ongeveer de hele civil society van toen in de stichting vertegenwoordigd. Vanzelfsprekend een voorwaarde voor een spoedige ondergang, want in 1947 al viel de boel ruziënd uit elkaar.

De Noordwijkers hadden er intussen een zangbundel aan overgehouden en moeten nog tot diep in de Jaren Vijftig uit volle borst quasi-harmonische klanken hebben uitgestoten. De twee Noordwijkse liederen die in de bundel waren opgenomen, kende ik nog niet. “Noordwijk Bloemenbadplaats” was gedicht door ene Koos Schumacher en getoonzet door Theodoor Polman. Het lied stamde nog van de Bloemenfeesten van 1939, toen het in Huis ter Duin zijn première mocht beleven. Het andere lied “Aan mijn Noordwijk” was van de hand van de oude Meester Kok (en eveneens door polman getoonzet). Het schijnt in sommige kringen nog steeds te gelden als ‘volkslied van Noordwijk’, getuige een uitvoering ervan door het toenmalige college van B&W in 2012:
Ik heb er ook 1 in mijn bezit .