Wat die van der Weijden uit Noordwijk nou precies bedoelde met dit kaartje is mij niet helemaal duidelijk. Voor zo ver ik de boel kan ontcijferen staat er het volgende:

Gaarne ontvingen wij van u speciale prijzen voor wederverkoopers van erwten, boonen en peulen en alle verdere zaden, welke nu of spoedig worden verhandeld per mud of 100 kilo. Wij bedoelen geen prijzen voor warmoeziers, doch lager dan prijzen in de prijscourant voor hen betaald. In afwachting.  

Het kaartje ging aan de zaadhandelaren Sluis en Groot in Enkhuizen, tot op de dag van vandaag een gerenommeerde firma in deze bedrijfstak. Van der Weijden had briefpapier met daarop “Van der Weijden & Sons”, maar voor het gemak van een eventueel ongeletterde Enkhuizenaar had hij dat ‘sons’ voor het gemak doorgestreept en vertaald met ‘zonen’.

En dan het begrip ‘warmoezier’: dat is oud-Nederlandsch voor iemand die moesgroenten teelt en verkoopt.

Vraag me nou niet wat ‘moesgroenten’ zijn.  

NOTA BENE Van der Weijden schreef zijn kaarretje in 1898, maar in 1895 alk richtte David Grullemans zich ook al tot Sluis en Groot: