
Louis Heere (ik geloof dat hij ‘Louis’ heette) dreef een eetsalon in de Kerkstraat. ’s Zomers afgeladen met Duitse badgasten, in andere jaargetijden een plek voor bruiloften en andere partijen. Je kon er ook erwtensoep afhalen in de winter of er een huzarensalade bestellen in de lente. Heere was er op enige moment van tussen. Naar verluidt geëmigreerd, maar nooit geweten waarheen.
Naar Australië voor zover ik heb begrepen, de leveranciers met zijn schulden achterlatend. Was blijkbaar volledig bankroet en restte hem niet anders dan er stiekem tussenuit te knijpen. Alle persoonlijke bezittingen vooruit gestuurd en op het moment van vertrek alleen wat koffertjes met het hoognodige. Het restaurant, de (nieuwe) keuken en de woning erboven achterlatend. M’n Pa voelde al nattigheid en schaakte hem op de avond van vertrek. Maison Heere heette het restaurant, Hij noemde mij altijd ‘boy’ als ik daar de boodschappen bracht. Die man moet dus wel heftig knel gezeten hebben, anders doe je zoiets niet.
Boeiend verhaal. Nooit geweten. Was een aardige vent