We schreven al eerder over het zgn. Gulden Boek van de Badplaats Noordwijk, dat in 1912 aan de Noordwijkse Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer werd aangeboden door jhr. Mr. L.A. van Schuijlenburch. Doel ervan was het opnemen in het boek van de handtekeningen van hen, die zich voor de badplaats uiterst verdienstelijk hadden gemaakt. Er moeten portretten in hebben gestaan van types als gemeentesecretaris Egbert de Groot en uitggever Adriaan Dorsman, gemaakt door Leon Senf. Albert Verwey leverde een gedicht en de schilders Ludolp Berkemeier en Leo Klein Diepold leverde eveneens, ongetwijfeld prachtig materiaal aan.
Waarom Schuijlenburch het boek aanbood, is niet duidelijk. Over Schuijlenburch zelf is al niet veel duidelijk: hij was lid van de Raad van Commissarissen van de Noordwijksche Duinexploitatie Maatschappij (1887-1900) en vervulde nog allerhande andere functies in Noordwijk (waaronder ook een bestuurslidmaatschap van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer). Maar over zijn verdere persoonlijke achtergrond kan ik niet veel terugvinden, helaas.
Los van dit alles: het Gulden Boek van de Badplaats Noordwijk is zoek. Niemand weet waar hoe het zoek is geraakt. Slordig mee omgegaan? Gejat? Verbrand? Door de inktvraat vergaan? Niemand weet het en toch is dit misschien wel de grootste schat die Noordwijk ooit bezeten heeft.
Het betreft hier waarschijnlijk Leopold Adof van Schuijlenburch, geboren 01-12-1870 te Terborg/Wisch in Gelderland. Hij was de zoon van Willem Lodewijk en Frederica van Limburg Stirum. Op 30-06-1901 wordt in Noordwijkerhout (nr. 329) de zoon Frank Lodewijk geboren. Moeder was Jeanna Maria de Geer.
Leopold Adolf is 03-12-1934 overleden in Hummelo en Keppel.
Het betreft hier waarschijnlijk Leopold Adof van Schuijlenburch, geboren 01-12-1870 te Terborg/Wisch in Gelderland. Hij was de zoon van Willem Lodewijk en Frederica van Limburg Stirum. Op 30-06-1901 wordt in Noordwijkerhout (nr. 329) de zoon Frank Lodewijk geboren. Moeder was Jeanna Maria de Geer.
Leopold Adolf is 03-12-1934 overleden in Hummelo en Keppel.
Dank!