bbbbbbbbbbbbbb

We hadden onlangs dit huisje in beeld aan de Nieuwe Zeeweg. Wat ik niet wist, was dat daar lange tijd een heuse dominee woonachtig was, dominee verloop. Zijn bijnaam was ‘de blikken dominee’, een term die ik nog niet eerder kende. Desgevraagd kreeg ik te horen dat Verloop de dominee was van de bokkingrokers ‘en dat waren zware broeders’. Dat zei me niet zo heel veel, maar wel een beetje. Het viel helemaal op zijn plaats toen ik googelde op het begrip ‘blikken dominee’. Dit was het resultaat:

Een blikken dominee is volgens het Ndl. Wdb. III, 2784 ‘een zeer rechtzinnig en dientengevolge “stijf” predikant’. De beteekenis van blikken is echter niet die van ‘stijf’, maar van onecht, niet vol, van weinig waarde; vgl. Duitsch blech, Sache von geringem Wert; sinnloses Zeug; blecherne Weisheit, nietsbeteekenende wijsheid. Oorspr. komt de naam te Utrecht voor, waar voor veertig jaar een blikslager woonde, die voor predikant gestudeerd had, maar mislukkende, in de zaak zijns vaders kwam. Zijn lust tot preeken en oefeningen leiden bleef hem bij en daardoor kreeg hij den naam van blikken dominee.

Als je nog verder zoekt stuit je als vanzelf ook op het volgende liedje:

Ta-ra-ra boem-dij-ee

de blikken dominee

die heeft zijn gat verbrand

al aan de kachelrand

Wij zongen dat liedje ook wel, maar in plaats van ‘blikken’ zongen wij altijd ‘dikke’. Het oorspronkelijke lied schijnt uit Harlingen te stammen na de moord van een dominee op zijn huishoudster:

Tarara boemdiee

De blikken dominee

Die schoot met kruit en lood

Zijn arme naaister dood

Nu zit hij in de kast

Al aan een ketting vast

De jongens roepen luid:

Die komt er nooit meer uit

Er zijn geen berichten dat dominee Verloop ooit zijn gat heeft verbrand, noch dat hij ooit de hand heeft geslagen aan zijn naaister. Maar een foto van hem en mooie verhalen zou ik graag nog eens scoren.