Uit de Wikipedia: Gerrit Adriaensz. Berckheyde (Haarlem, 6 juni 1638 – aldaar, 14 juni 1698) was een Nederlands kunstschilder. Hij is vooral bekend van stadsgezichten, voornamelijk van Haarlem, Amsterdam en Den Haag en van alles er tussenin. Gerrit was de zoon van een slager, afkomstig uit Katwijk. Hij werd tot schilder opgeleid door zijn oudere broer, Job Berckheyde en door Frans Hals. Na 1654 (?) werkten de beide broers een tijd in Rhenen, Kleef, Keulen, Bonn, Mainz, Mannheim en Heidelberg voor de Keurvorst van de Palts. Omstreeks 1660 keerden zij naar Haarlem terug waar ook Gerrit lid werd van het Sint-Lucasgilde, de beroepsorganisatie voor schilders. Vanaf 1660 schilderde Berckheyde vrijwel uitsluitend stadsgezichten en hij wist, ondanks een grote productie, een hoog niveau te handhaven. Johannes Lingelbach en Jan van Huchtenburg stoffeerden zijn schilderijen met figuren. Tussen 1666 en 1681 waren beide broers lid van de Rederijkerskamer. In 1680 betrokken zij een huis naast de Grote of Sint-Bavokerk. Gerrit verdronk in 1698 in de Haarlemse Brouwersvaart, nadat hij een herberg had verlaten en een omweg wilde vermijden (hij zal wel een beetje teut zijn geweest).
Ik heb wel eens eerder iets gepubliceerd over Gerrit Adriaensz. Berckheyde: bij een schilderij van hem van de Bloemmarkt in Amsterdam, waar de veren uit o.a. Katwijk en Noordwijk aankwamen. Klik hier.
De foto is van de prachtige site www.atlasvannoordwijk.nl
En toch klopt de verhouding niet helemaal.
berckhyde schijnt vissersplaats geweest te wezen aan d Wassenaarse slag en onder gestoven,….duinzand…wie weet hier meer over…interessant,..
Komt de familie naam Berkheij vandaan. Berkheij werd te 1396 gesticht door Berck. Hij kreeg de opdracht om tussen Katwijk en Scheveningen een vissersdorp te maken.(Dus heeft niets met de aanwezige berkenbomen te maken) Met visserij werd veel geld verdiend. Hier wilde Wassenaar, voorschoten en zuytwijck ook graag van profiteren. berck zo heet de stichter en heij komt van hide of hijde, wat haventje aan een geul of buitenduinen betekent. Berkheij werd een geduchte concurrent van Scheveningen en Katwijk. Katwijk baalde er zo van dat zij hun vissers verboden om in Berkheij te gaan wonen.
Berkheij kon waarschijnlijk niet tegen de concurrenten opboksen en verdween van de kaart. Er wordt vaak gezegd dat het dorp in zee verdwenen zou zijn bij de stormen van 1470. In deze stormen is een groot gedeelte van Scheveningen verwoest. Echter in 1473 zet de burgemeester van Texel nog voet aan wal van Berkheij. Hierna is er geen tekst wat naar Berkheij verwijst. In 1798 werd door landbouwmeester Kops een gedeelte van het oorspronkelijke dorp op de berkheyde ontdekt. Echter daags na de ontdekking bleken de fundamenten alweer te zijn ondergestuifd. De plek van Berkheij is als volgt omschreven: paviljoens aan de wassenaarseslag en dan 1 kilometer noordelijker zou het gehucht gelegen moeten hebben. Dus als je nu nog J. Het natuurgebied Berkheijde loopt zit er weer een mooi verhaal aan vast. Want het moet er nog steeds zijn en in zand zouden fundamenten hoef bewaard blijven………
Groeten Rik de Gier Katwijk
Jaartallen 1470 en 1473 moeten zijn 1570 en 1573.
Dank Rik, mooi verhaal.