Op donderdag 9 september 1926 ging Frits Hotz niet naar school. Hij was een beetje ziek en bleef thuis bij zijn moeder aan de Rijnburgerweg. Maar ‘een beetje ziek’ betekende nog niet dat hij binnen moest blijven. Hij speelde die middag buiten en toen gebeurde het:

“Dan hoorde ik een rommelende slag, ver weg. Het zou onweer kunnen zijn maar het kwam niet uit de hemel, het leek uit de aarde op te stijgen.[…….] Moeder verscheen om de hoek. Ze wenkte. Ze begon naar me toe te lopen en wenkte nogmaals, driftig. Ik moest thuiskomen […….] Even later hoorden we sirenes van ziekenwagens. Moeder schoof het raam open en boog wat naar buiten. Ze keek in de richting van het grote ziekenhuis. Ze was nerveus.”(F. Hotz: De Voetnoot).

Zo staat het grote treinongeluk van 9 september 1926 bij De Vink tussen Voorschoten en Leiden geboekstaafd in die prachtige novelle van Hotz. Het ongeluk ontstond om dat het stenen bed waarin de bielzen lagen net was vervangen en nog niet goed was ingeklonken. Op enig moment kwam de baan als het ware te zweven en in die situatie ontspoorde de trein.

De novelle van Hotz gaat vooral om ‘Ina, de eenvoetige’, een tante van Hotz, die in de trein zat, bij het ongeluk haar voet verspeelde en daarover nog jarenlang procedeerde tegen de Spoorwegen. Uiteindelijk werd zij niet alleen in een literaire novelle vereeuwigd, maar ook in het wetboek, in een voetnoot die de door haar ontketende jurisprudentie vermeldt. In hoeverre Ina nu wel of niet een tante was is de vraag. In haar prachtige biografie van Hotz suggereert Aleid Truijens dat ‘Ina’ was gemodelleerd naar ene mevrouw Van Schaick uit de Breestraat in Leiden. Wél gekend door de familie Hotz, maar geen ‘tante’.

Iemand die alleen de krant haalde, maar geen voetnoot kreeg was Teunis Hasper, chauffeur en kok (sommige bronnen geven aan dattie broodbakker was, maar een kok en een bakker sluiten elkaar niet uit). Hij zat ook in de trein, bleef ongedeerd, aarzelde niet en hielp terstond bij de reddingswerkzaamheden.

Teunis was een echte Noordwijker: hij was er geboren op 11 april 1900, kleinzoon van aannemer Arie de Bes, en hij ging er ook dood, op 11 maart 1959. Hij was getrouwd met Jacomina Hoek. Bij wie hij chauffeurde, kokkerelde of bakte is mij niet bekend. Maar hij was toch een beetje een held, hoe dan ook. Vandaar deze ‘nieuwe voetnoot’.