Op de eerder geciteerde beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kom ik voor de verandering weer eens deze ets tegen van Anna Catharina (of ‘Cornelia’?) Brouwer. Ik heb er eerder iets over geschreven met de aantekening dat over Anna zelf niet zo heel veel bekend was. Dat geldt nog steeds, hoewel iets minder. In een net nieuw ontdekte database kom ik iets meer over haar tegen.
Onder andere dat ze in Amsterdam geboren werd op 19 juni 1772. En dat ze graveerster en tekenares was en waarschijnlijk de dochter van Cornelis Brouwer, ook graveur van professie. Of ze getrouwd was weten we niet. Wanneer ze is gestorven weten we ook niet. We weten niet eens óf ze überhaupt gestorven is.
Anna graveerde er tussen 1793 en 1801 lustig op los. Zij tekende tal van Nederlandse stads- en dorpsgezichten en topografische platen. Het genre van stads- en dorpsgezichten was in de achttiende eeuw zeer populair was. Ik verwijs verder naar eerdergenoemde database. Anna wordt daar terecht neergezet als ambachtsvrouw én als kunstenares.
Wat de beeldbank van de Rijksdienst niet vermeldt of afbeeldt is het gedichtje dat onder andere afdrukken van de ets stond:
Dit dorpje moest aanhoudend lijden
Door ‘t Krijgsgeweld in d’Oorlogstijden
Dit deed dikwerf haar hoofdbestaan
De Visscherij, te gronde gaan.
Wat dus de Vlijt hier moog’ beginnen
Er is thans kwalijk ‘t Brood te winnen