De tekening is van Jan van Anrooy en is gemaakt in 1933. Van Anrooy (Zaltbommel 1901 – Kaapstad 1988) was toen 32 jaar en hoe hij in Noordwijk verzeild was geraakt of wattie er mee had is nooit opgehelderd (grote geheimen zullen het niet zijn geweest). Er is überhaupt niet veel van hem bekend: “schilder van de West-Betuwe” dat is zo ongeveer zijn geuzennaam. Hoogdravend klinkt het op internet: “Een kunstenaar pur sang in wie het leven woelde in telkens andere extremen: dicht bij de kern der dingen. Op zoek naar het pure en echte, de grondtonen. Een kunstenaar ook gevangen in het spanningsveld tussen im- en expressionisme.” Minder bekend is dat Van Anrooy in ieder geval in 1941 plaatsvervangend hoofd was van het Bureau Beeldende Kunsten van het toenmalige – al ‘gelijkgeschakelde’ – ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Zijn directe chef, Ed Gerdes, was een NSB-er pur sang, die overigens op 10 mei 1945 stierf in het Rode Kruisziekenhuis in Den Haag na een oogoperatie, maar toch ‘onder verdachte omstandigheden’. Waarmee overigens niet gezegd wil wezen dat Van Anrooy ook een NSB-er was of sowieso verkeerd in de oorlog. Weten we niet, maar zoeken we uit. Het beeld dat hij in 1933 vanaf de duinen vastlegde van Noordwijk-Binnen verdient wat mij betreft in elk geval een betere plek dan het Regionaal Archief in Leiden, hoeveel respect ik ook voor dat archief koester.