foto  Het gebouw is verder niet zo heel erg interessant. Er is geen architect geweest die hier veel moeite voor heeft gedaan. Het ging erom om op zo weinig mogelijk vierkante meters zoveel mogelijk ‘motelkamers’ neer te zetten voor een zo laag mogelijke prijs. Een beetje gemodelleerd naar Amerikaanse motels, in die zin was dit wel weer een beetje modern voor die tijd. Nu zou je het misschien een ‘budgethotel’ noemen.

Maar het hoeft allemaal niet meer ‘genoemd’ te worden, want het is weg. De ‘Hotels van Oranje’ hebben hier gulzig alle grond in beslag genomen (overigens ook met behulp van architectuurvormen die je maar liefst zo snel mogelijk zou vergeten).

Aardiger is dat rijtje auto’s dat daar beneden staat geparkeerd, vandaag de dag zou dit een compleet automuseum heten: van links naar rechts een Ford Escort, een Citroën DS, een BMW, twee VW Kevers, een Ford Taunus, een kanariegele DAF en een Citroën 2CV, oftwel de enige echte ‘leijke eend’. Rechts vooraan staat nog een andere BMW en daarmee hebben we het gehad. Jammer genoeg staat er geen Opeltje tussen, terwijl die in die tijd juist in groten getalen rondreden ("Jeder Popel eine Opel!"). Vooral de Opel Kadett was even populair als – dachten wij – onvergankelijk.

Maar hij was wél vergankelijk, net zoals het kanariegele Dafje (beroemd, omdat hij even hard vooruit als achteruit kon). Beiden bestaan niet meer.