Het verblijf van Everwijn in de Verenigde Staten valt samen met de in retrospectief niet onbelangrijke Washington Conference on Limitation of Naval Armament, mischien wel één van de eerste wapenbeheersingsconferenties in zijn soort. De Amerikanen hadden daarvoor het initiatief genomen met een schuin oog op de toenemende marineversterkingen van Japan in de Pacific. Deelnemende landen waren naast de VS zelf, Engeland, Frankrijk, Japan, China, Italië, Nederland en België. Ongeveer de landen die er toendertijd echt toe deden op de wereldzeeën, ook al stel ik bij de Chinezen en de Belgen voorlopig maar een vraagteken.
De conferentie stond onder leiding van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Charles Evans Hughes, Theodore Roosevelt jr. zat in de delegatie (zoon van de gelijknamige president), evenals Herbert Hoover, de latere president, die toen nog staatssecretaris voor handel was. De Fransen en de Engelsen zonden hun beide premiers, respectievelijk Aristide Briand en David Lloyd George, de overige landen deden het met minder. Het Nederlandse smaldeel, onder wie Everwijn, werd aangevoerd door de minister van Buitenlandse Zaken, Jhr. H.A. van Karnebeek. De conferentie leverde een aantal overeenkomsten op die – met de aanval van de Japanners op Pearl Harbour in 1942, eigenlijk weer de prullenbak in konden, maar an sich waren de resultaten hoopvol en in zoverre uniek dat op dát moment in dát gezelschap zúlke overeenkomsten überhaupt gesloten kónden worden.
Everwijn zal zijn bijdrage aan het resultaat ongetwijfeld met vaardigheid geleverd hebben, maar met de conferentie had hij zijn hoogtepunt in de VS tegelijk ook gehad. Op 11 juli 1922 (de Washington Conferentie was net afgelopen) verscheen een bericht in de New York Times dat dr. J.C.A. Everwijn om persoonlijke redenen afstand wilde doen van zijn gezantschap. Dat was minder dan een jaar na zijn aankomst in Amerika.
Welke de ‘persoonlijke’ redenen waren valt niet meer na te gaan. Feit is dat Everwijn terug zou keren naar Nederland, naar het oude familielandgoed ‘Calorama’ in Noordwijk om preciezer te zijn. Aldaar zou hij zich onder meer gaan wijden aan het uitbaten van een bollen- en kruidenbedrijf, waartoe hij het bedrijf van de firma Groenevelt overnam (hij verkocht het later weer aan de firma Lindhout) én aan de edele golfsport (hij was betrokken bij de oprichting van de Noordwijkse Golfclub). Everwijn stierf in 1939 en werd begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Oude Zeeweg.
De Rest 98: Everwijn (3)
