
Noordwijk Binnen had je. En Noordwijk aan Zee, aan het eind van de 19e eeuw soms ook wel eens ‘Noordwijk Buiten’ genoemd. Beide dorpen waren in vele opzichten van elkaar gescheiden en dat komt op deze luchtfoto mooi naar voren. Er gaapte een groot niemandsland tussen Binnen en Zee, dat alleen hier en daar een beetje werd onderbroken door een café, anderhalve bollenschuur en slechts enkele vrijstaande villa’s. Er was de Van Panhuysstraat (links op de foto) waar men voorzichtig een rijtje huizen had neergezet. Maar dat was toch niet helemaal doorgetrokken tot aan Zee, om maar niet de indruk te wekken dat er van enige verbinding sprake was. Is dit de weg, die zo’n belangrijke rol speelt in de roman Zee-Binnen van Margriet de Moor die haar jeugd aan die straat doorbracht?
Het grote gapende niemandsland werd voor het overige volgestopt met hyacinten, narcissen en tulpen en dat was het dan. Het markeerde daarmee op fleurige wijze de verschillen tussen de beide Noordwijken, of misschien moet je schrijven: maskeerde. Niet alleen geografische verschillen, maar ook sociaal-economische en vooral culturele verschillen. Sociologie van de koude grond voor mijn part, maar de verschillen waren niet mis: mensen hadden andere namen, andere geloven, ze spraken andere dialecten, ze hadden andere bedrijvigheden: Zee zat in de vis, Binnen in de bollen. In Noordwijk Binnen sprak men over Zee wel als ‘een missiestatie van Binnen’, maar dan een statie waar paapse zendelingen aanvankelijk maar weinig vat op hadden. Op Zee kende iedereen elkaar, op Binnen ook, maar weinig Binders kenden veel Zeeërs en veel Zeeërs kenden weinig Binders. Het niemandsland werd weinig overlopen, tenzij in de zomer als Binders een vleugje zon en zeewind wilden vangen en op zondag als ze één keer de boulevard om liepen, ijs bij de Groko, patat bij Van Rooijen en dan gauw weer naar huis. Zeeërs kwamen weinig op Binnen.
De tijden zijn veranderd. De verschillen zijn zo ongeveer wel verdwenen en symbolisch daarvoor: het middengebied wordt ook steeds meer bebouwd met hele wijken, zwembaden en straks ook dure appartementen. De oude bloembollenvelden zijn overwoekerd met het kunstgras van de hockeyclub, veel dialecten worden er volgens mij ook niet meer gesproken in de beide Noordwijken en er wordt evenveel geïnvesteerd in de infrastructuur van Binnen als in die van Zee. Straks worden de verschillen alleen nog maar gevormd door de voetbalclubs SJC (van Binnen) en Noordwijk (van Zee), door het zaterdag- en het zondagvoetbal. Alle andere onderscheid is dan verdampt in geschiedenis.

Interessant stuk , ook hoe het ‘object’ Noordwijk in zekere zin verdwenen is als actueel gegeven , zoals jezelf aangeeft:"Alle andere onderscheid is dan verdampt in geschiedenis." Moet de rest nog lezen.
Peter, je schrijft dat zeeers weinig op Binnen kwamen. In mijn geval (zeeer) was dat niet zo.
Op zondag had je in de Voorstraat (binnen) bioscoop Royal, die betere films draaide dan Nico Pot in de Prins Bernardstraat (zee).
Helaas zijn er nu helemaal geen bioscopen meer in Noordwijk. De verloedering van het dorp. Kijk maar eens naar het aantal slagerijen.
Zee: 0 slagers, Binnen: 3 slagers.
Re Ronald: Jaja, good-old Piet Alders van Royal had wel smaak. Mooie man ook, ik heb hem goed gekend.Ik kwam trouwens als Binder ook wel eens in Lido. Lees mijn Toegift 3 ( http://www.volkskrantblog.nl/bericht/135130). Dat aantal slagers is intrigerend: ik heb de tijd nog wel meegemaakt dat er (ff vlug op de hand geteld) alleen al op Binnen 7 slagers waren, inclusief de paardenslager op het Lindenplein (Van den Akker, Hage, Pauelsen, Boks, Van der Berg, Van der Weijden en Konijnenburg). De concurrentie was moordend, koeien en varkens hadden in Norodwijk geen leven. Nu moeten jullie het blijkbaar op Zee alleen nog met de visboeren doen, vrees ik. Ik had twee weken geleden op de kop van de Hoofdstraat overigens een mooi vissie te pakken. Groet, PjotrReactie is geredigeerd
Dus in gewoon NL aangepast?