Maria Dermoût, schrijfster (nabij Pekalongan (Ned.-Indië) 15-6-1888 – ‘s-Gravenhage 27-6-1962). Dochter van Frederik Ingerman, werkzaam in de suikerfabricage op Java, en Anna Sophia Halverhout. Gehuwd op 6-6-1907 met Isaac Johannes Dermout, rechterlijk ambtenaar, ten slotte president van het Hooggerechtshof te Batavia. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.
Marietje Ingerman stamt van vaderszijde uit een familie die al enkele generaties in Indië woonde en werkte. Enig Indisch bloed is in de familie onmiskenbaar. Toen Maria nog geen halfjaar was, stierf haar moeder. Vóór haar zesde jaar werd zij al twee keer in Nederland ondergebracht, maar toen haar vader in 1894 hertrouwde, vestigde het gezin zich op een suikerplantage, Redjosari, in Ngandjoek op Java. Maria’s stiefmoeder, Auguste Helena Lohman, onderwijzeres, trad op als haar gouvernante, totdat Maria in 1900 korte tijd op kostschool in Soerabaja geplaatst werd, waarna zij dat zelfde jaar, omwille van haar scholing, naar Nederland verhuisde, naar Haarlem. In 1906, toen Maria in de 4de klas zat, vertrok zij met haar vader, die enige tijd met ziekteverlof in Nederland geweest was, weer naar Indië, waar ze zich nog dat zelfde jaar verloofde met Isaac Johan Dermout. Het jaar daarop trouwden zij.
Vanaf 1907 tot in 1933 woonde het echtpaar in veel verschillende plaatsen in het oude Nederlands-Indië, voornamelijk op Java en de Molukken. Haar mans gestage carrière bij de rechterlijke macht mondde in 1930 uit in het presidentschap van het Hooggerechtshof in Batavia, maar slechts drie jaar later liet zijn gezondheidstoestand verblijf in de tropen niet langer toe. In 1933 keerden ze voorgoed naar Nederland terug, vestigden zich in Den Haag, daarna in Noordwijk aan Zee (in de zgn. ‘Blokkendoos’ aan de Atjehweg, de straat zal niet toevallig gekozen zijn (met dank aan Patrick)).Van 1940 tot in 1956 woonde Maria in Arnhem, soms bij het gezin van haar dochter. In 1952 stierf haar man. Vanaf 1957 woonde ze weer in Noordwijk, maar ze verbleef geregeld maanden in Zwitserland of Italië. Al sinds lang kampend met een slechte gezondheid, stierf zij op 27 juni 1962 in het ziekenhuis Westeinde te ‘s-Gravenhage. In Noordwijk ligt ze begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Oude Zeeweg.
Maria Dermoût was geen groot schrijfster, sterker nog ze stond bekend als iemand die altijd veel te veel verkleinwoordjes in haar zinnen gebruikte. In 1955 verschijnt De tienduizend dingen, als roman gepresenteerd. Eigenlijk zijn de verbindingsdraden tussen de verhalen te los om van een roman te spreken. Dermoût is ook geen romancière; zij is een vertelster van futiele gebeurtenissen, maar de sfeer die ze oproept, heeft iets etherisch. Er heerst verstild, versteend leven: ze schildert minutieus tableaux vivants. De verhalen van Dermout zijn soms ook luguber, soms sterk symbolisch, zelden vrolijk, altijd geladen met geheimzinnigheid. Er wordt geen boodschap uitgedragen. De mensen in haar vertellingen zijn ‘geen probleemfiguren’ en ook geen mensen van ‘vlees en bloed’ (Rob Nieuwenhuis, 465); ze zijn gestalten die zich in een decor bewegen. Dat zovelen, ook buiten Nederland, onder de bekoring van haar boeken gekomen zijn, in de jaren vijftig en zestig, is te opmerkelijker omdat, behalve de compositie, ook de stijl heel stuntelig is. Maar een jaar na het verschijnen van Nog pas gisteren krijgt Maria Dermoût een ‘extra prijs’ van de Jan Campertstichting, in 1956 de Culturele Prijs van Arnhem, in 1958 de Tollensprijs. Haar boeken worden in vele talen vertaald; het Amerikaanse blad Time bestempelt De tienduizend dingen tot een van de tien beste boeken van 1958.

Maria Dermout woond in de Blokkendoos aan de Atjehweg…
De Blokkendoos aan de verwilderde duintop is gelegen aan de Atjehweg 23 in Noordwijk. Graf 161 is volgens mij het graf van Maria Dermout. De beschrijving van Dermout als schrijfster is treffend. Toch is zij een goed verteller en zij de haar verhalen nog steeds de moeite van het lezen waard.