Wie de dame is bij de poort van Café Thomas weet ik niet. Misschien één van de dochters van Thomas Ruigrok. want zo heette Thomas van achteren. Maar misschien nog eerder diens wettige (eerste) eega Johanna de Haas (1896-1941). Naar verluidt was Thomas eertijds de alom gevreesde spits van SJC. Hij leefde van 1899 tot 1962 en wordt op de onvolprezen site van Hans Montanus beroepsmatig aangeduid als ‘tapper’ en ‘caféhouder’.

Er is mij welderis een redelijk apocrief verhaal toegekomen als zou schrijver Godfried Bomans het café menigmaal gefrequenteerd hebben, maar dat verhaal heb ik niet ‘met staven kunnen bewijzen’ (om met F. Bordewijk te spreken).