
Jacob Braakman is in deze bloggenreeks vaak voorbij gekomen, meestal in de vorm van één van de vele foto’s die hij van oud-Noordwijk maakte. Naast fotograaf was hij overigens ook rijwielhersteller én uitvinder en propagandist van een nieuwe wereldtaal: ‘Mundolinco.’ Maar als fotograaf liet hij ons tal van schitterende beelden na van het oude Noordwijk en alleen al om die reden verdient de man zo niet een standbeeld, dan toch wel op zijn minst een straatnaam. Maar ja, er kwam iets tussen.

Braakman werd in 1923 opgepakt door de Noordwijkse Hermandad (i.c. door de politieman Gool) op verdenking van ontuchtige handelingen met kleine kinderen, een vergrijp waarvoor hij tot één jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Blijkbaar gingen er al eerder praatjes rond over hem. Maar er is ook wel de suggestie gewekt dat het om een wraakoefening ging van de Noordwijkse politie, omdat Braakman zich in woord en geschrift had verzet tegen de door de politie verordonneerde sluiting van de Noordduinen wegens…… onzedelijk gedrag. Sommige kranten lieten ook niet na om – suggestief – melding te maken van de ‘alleenwonende’ en ‘ongehuwde’ staat van Braakman.
Nog ver vóór zijn arrestatie, veroordeling en verbanning naar het cachot plaatste hij al een bijzondere advertentie (hij plaatste wel vaker bijzondere advertenties) in De Noordwijker van 7 mei 1921, waarin hij allerhande praatjes die toen al over hem de ronde deden en die zelfs tot in de hemelen waren doorgedrongen, veroordeelde. Maar ja, dat pleitte hem in 1923 niet vrij van schuld. Hij had immers bekend.
Na zijn terugkeer in Noordwijk volgde nog meer afrekeningen: hij werd in maart 1924 geroyeerd als lid van de RK Kiesvereniging, zogenaamd omdat hij zich tegen een besluit van de vereniging had verzet. En hij hield zich niet gedeisd: in februari 1929 schreef hij aan de Gemeenteraad dat hij voortaan weigerde om rijwielen aan de plaatselijke politie te verkopen (die mededeling ging gepaard met beschuldigingen en verwensingen aan het adres van de politie, in het bijzonder aan dat van de agent Gool). De Raad legde de brief minzaam terzijde.

Braakman stierf in december 1932. Jan Kloos schreef in een necrologie heel mooi over hem: “In zijn laatste jaren ging een donkere schaduw in zijn gemoed met hem mee.” (bron: Erfgoed Leiden en Willem Baalbergen: “Braakman, Fietsenmaker en Fotograaf” in: de Blauwdotter nr.120 (najaar2001))

Sjeessjees, dat wist ik niet, dat werpt een heel ander licht op onze Noordwijkse held. Wat hierover te denken? zouden we durven te geloven in zijn onschuld? Tenslotte was Gool een eerste klas schurk.