dood

Ik heb in het verleden Janus Dousa (oftewel Jan van der Does) “De Grootste Noordwijker Aller Tijden” genoemd. Of ik daarmee gelijk had is de vraag, maar er is vooralsnog niemand die mij heeft tegengesproken. Voor hetzelfde geld had ik ook Henriëtte Roland Holst-Van der Schalk kunnen noemen en ook dan zullen er in ieder geval genoeg zijn die mij daarin gelijk zullen geven.

De vraag is – bij dit soort van verkiezingen – in welk opzicht ben je ‘De grootste Noordwijker”? Want Dousa was weliswaar “heer van Noordwijk”, maar zijn grootste faam ontleende hij aan zijn internationale vermaardheid als dichter/filosoof, als commandant bij het Ontzet van Leiden (1574) en als eerste bibliothecaris van de Leidse Universiteit. Hij woonde ook elders dan alleen maar in Noordwijk.  En Jetje van der Schalk dichtte mooie teksten op Noordwijk, maar wist niet hoe gauw ze na de dood van haar vader uit Noordwijk moest wegkomen.

Kortom, heel veel voor Noordwijk zelf hebben ze niet betekend en als je die betekenis voor Noordwijk als uitgangspunt neemt, kom je al gauw terecht bij de ‘usual suspects’, zoals daar zijn burgemeester Pické, gemeentesecretaris Egbert de Groot, de hoteliers Van Konijnenburg en Tappenbeck, de voetballers Kees, Map, Anton en John Marijt, de oude wethouder Vogelaar, Redder Jan van Kan en  Rijksambtenaar Gijs van der Wiel. Zoiets.

Wie er nog meer ideeën heeft, mag het zeggen en schrijven. Maar inmiddels ben ik van mening dat Albert Verwey, dichter, essayist en hoogleraar de Allerallerallerallergrootste was. Befaamd op nationaal en internationaal niveau (hij trok veel grote lieden uit binnen- en buitenland naar zijn Noordwijkse Villa Nova) en hij dichtte veel poëmen over Noordwijk, waaruit een grote liefde voor het dorp sprak. “De Goethe van Noordwijk” was hij, volgens Eddy du Perron.

Albert Verwey was overigens niet in Noordwijk geboren, maar hij ging er wel dood op 8 maart 1937, des namiddags om 15:00 uur. Begrafenisondernemer Leendert van Duijn kwam twee dagen later  aangifte doen bij de Burgerlijke Stand (aktenummer 44).