
Ron komt met dit werk – ‘Duinlandschap bij Noordwijk – van de hand van Johann Coenraad Hermann Heijenbrock (1871-1948)’, een kunstenaar die doorgaans thema’s als arbeid, nijverheid en industrie hanteerde. Bij alles wat hij deed, woonde hij in 1898 een korte periode in Noordwijk, waar hij samen met zijn vriend Jan de Waardt leefde van de verkoop van duinlandschappen als bovenstaande. Over Jan de Waardt schreef ik al eerder een blogje en van zijn hand dook ik al een eerder ‘Noordwijks’ werkje op. Over Hermann Heijenbrock kun je elders op internet een mooie en zeer uitgebreide biografie vinden. In de Wikipedia staat dit verhaal:
Na zijn opleiding aan de tekenacademie in Rotterdam, legde hij in de eerste decennia van de 20e eeuw in vele Europese landen de ontwikkeling van de zware industrie vast, daartoe mede in staat gesteld door zijn – gelukkige – huwelijk met een gefortuneerde academica. Heijenbrock werkte ter plaatse in mijnen, hoogovens en fabrieken. Dat noopte hem ertoe vooral pastels met een zwarte ondergrond te maken, omdat water- en olieverf op die locaties moeilijk zijn te hanteren. Hij was dus niet alleen uniek in de keuze van zijn onderwerpen, maar ook in de daaruit voortvloeiende werkwijze.
Zijn honderden olieverfschilderijen en pastels van industrielandschappen maakte deze ‘schilder van licht en arbeid’ niet alleen om fraaie kunstwerken te scheppen. De afbeeldingen van fabrieken, mijnen, machines en de rol van de arbeider in het productieproces, vervaardigde hij tevens om zijn bewondering voor de werkkracht van de mens, geholpen door machines, te documenteren.
Dat sociaal engagement en die documentatiedrift hebben geleid tot een unieke weergave van productieprocessen in het begin van de twintigste eeuw. De industrieschilder was dus naast kunstenaar ook een ‘opvoeder’, die door zijn werk de mens bewust wilde maken van zijn scheppende kracht, zonder daarbij een ideologisch dogma aan te hangen. De op technisch en wetenschappelijk gebied autodidact Heijenbrock schreef daar ook filosofische beschouwingen over. Verder verzamelde hij bij het arbeidsproces gebruikte materialen, die hij onderbracht in het Museum van den Arbeid, de voorloper van het NINT het huidige wetenschapscentrum NEMO in Amsterdam. Een deel van zijn werken zijn permanent tentoongesteld in het Gemeentemuseum in Helmond.
Hieronder een zelfportret uit 1906 van Hermann:

