ccc

Een tijdje geleden schreef ik al een stukje over de Hogue en enkele van de bemanningsleden van dat schip, die in Noordwijk begraven liggen.

Op 22 september 1914, honderd jaar geleden, voeren drie Engelse marineschepen, de Hogue, Aboukir en Cressy voor de Nederlandse kust. De Eerste Wereldoorlog was net begonnen en de drie schepen die daar voerden zouden dat snel merken. Ze werden vanuit het niets getorpedeerd door een Duitse onderzeeboot, de U9 en zonken zeer snel. In totaal kwamen 1400 Britten om het leven, 800 werden gered en o.a. door Nederlandse schepen aan land gebracht. Enkele lichamen spoelden aan bij Noordwijk en Zandvoort. Die werden samengebracht en begraven op de Algemene Begraafplaats in Noordwijk.

Eén dezer dagen wordt op de boulevard van Noordwijk een gedenkteken onthuld voor al die zeelieden die in de Eerste en Tweede Wereldoorlog voor onze kust zijn omgekomen. De ramp met de drie Engelse schepen was een hele grote, maar ook later nog in de Eerste (en Tweede) Wereldoorlog zouden lichamen in Noordwijk aanspoelen van zeelieden die bij oorlogshandelingen waren omgekomen.

Over de ramp met de Hogue, de Aboukir en de Cressy is een prachtig boek geschreven: “Drie Massagraven voor de Nederlandse Kust” door Henk van der Linden. En recent is er ook een filmdocumentaire gemaakt door Klaudie Bartelink “Live Bait Squadron”, wat zoveel betekent als ‘een gemakkelijke prooi’. De scheepswrakken, deels ontmanteld, liggen niet ver uit de kust voor Scheveningen.

In “De Noordwijker” schreef Esdor van Elten vandaag een mooi verhaal over de ramp:

oorlog