Ik ben in Moskou en probeer her en der nog wat sporen van de revolutie terug te vinden, maar er is weinig. Het Lenin Mausoleum is op dit moment niet eens meer open en de Helden van de Sovjet Unie die achter het mausoleum in de muur van het Kremlin liggen ingemetseld zijn niet eens meer bereikbaar voor de gewone man. Die lijkt er overigens ook geen enkele belangstelling meer voor te hebben. Het Rode Plein, Красная площадь,  wordt meer gedomineerd door de agressieve overdaad en luxe van het GUM-warenhuis, dan door het optrekje van Medvedev binnen de veilige muren van de macht. Op de Tverskaja (Тверская улица) wordt de voorbijganger via plaquettes wel herinnerd aan de woelige dagen van de revolutie, maar een niet in het Russisch ingevoerd type als ik kan van de mededelingen op die plaquettes geen chocolade maken.

Toch moet hier ergens, in één van die gebouwen in juli 1921 de 3e Komintern bijeen zijn geweest. Geen heel bijzondere vergadering, maar wel ééntje, waar ook Nederlandse socialisten als Wijnkoop, Gorter én Henriette Roland Holst acte de présence gaven. Ik denk vooral aan haar en bedenk dat dat toen een verre reis voor haar moet zijn geweest en niet alleen fysiek. De geesteskracht die een notarisdochter moest opbrengen om vanaf het Lindenplein in Noordwijk tot op de Tverskaja in Moskou te geraken was in ieder geval enorm.

Ik voel – 90 jaar later – een beetje met haar mee en gedenk haar ook wel een beetje. Met gepaste trots.