Op vrijdag 13 september 1974 wordt de Franse ambassade aan het Korte Voorhout in Den Haag overvallen door een terreureenheid van het zogenaamde Japanse Rode Leger. Een aantal personen, onder wie de Franse ambassadeur himself, wordt gedurende 4 dagen gegijzeld. De Japanners eisen de vrijlating van Yutaka Furuya die in Frankrijk gevangen zit, een Franse Boeing 707 met bemanning, een vrijgeleide, en één miljoen dollar. In de nacht van maandag op dinsdag krijgen de terroristen het volgende aanbod: alle gijzelaars moeten worden vrijgelaten in ruil voor Furuya, ze krijgen een vrijgeleide met de Boeing, en 300 duizend dollar. Van hun wapens mogen alleen twee pistolen mee. De terroristen, die dan al ernstig vermoeid zijn stemmen maar al te graag in.

De President van Frankrijk, Giscard d’Estaing en de directie van Air France toonden hun heldenmoed door wel een Boeing 707, maar geen bemanning te leveren. De dollars moesten door de Nederlandse regering worden voorgeschoten (pas 100 jaar later kreeg Nederland dat geld van de Fransen terug na aftrek van de leasekosten van het vliegtuig!).

Rare jongens die Fransozen.

In Nederland vloog alleen Transavia met Boeings 707 en Transavia-directeur John Block wees als “vrijwillige” bemanning Pim Sierks aan  als gezagvoerder, Ruud van der Zwaal als co-pilot en Bernie Knight als bwk. De bemanning werd in het geheim ondergebracht in Noordwijk aan Zee, in Huis ter Duin. Vandaar werden Pim Sierks en zijn bemanning naar Den Haag gereden om daar op de Franse ambassade van de terroristen te vernemen waarheen ze wilden reizen (Aden, het werd uiteindelijk Damascus). Bij hun rit naar Den Haag en later ook bij hun rit van Den Haag naar Schiphol maakten  ze simpelweg gebruik van een taxi van Garage Verhart. Noordwijker Bram Francken zat alle keren achter het stuur.