Het eerste officiële naaktstrand werd in Nederland pas in 1973 een feit. Daarvóór mochten naturisten wel in hun blootje lopen, maar dan op kleine terreintjes die met hoge schuttingen van de omgeving waren afgesloten. Maar een gerechtelijke uitspraak in 1973 bepaalde dus dat er ook in het openbaar ruimte moest zijn voor deze ‘Vrije Lichamen Cultuur’ (Frei Körper Kultuur, FKK), zij het wel op daartoe aangewezen plekken (zonder schuttingen).
 
Het naturisme was ideologisch ingegeven vanuit de opvatting – vooral in Duitsland rond 1870 – dat mensen zo veel mogelijk terug moesten naar de natuur en dat onderlinge klassenverschillen konden worden weggevaagd (al was het dan ook maar voor even) door iedereen in gelijke kostuums uit te dossen.
   
Pas aan het einde van de jaren twintig van de vorige  eeuw bereikte het naturisme Nederland. Pionier was ene Harry Dissen (1898-1986). Volgens de overlevering fietste hij iedere zondagochtend om zes uur met een groepje jongens naar Noordwijk om daar naakt te zwemmen, te sporten en vegetarisch te eten. ‘Daar was dan geen hond of we zetten iemand op de uitkijk,’ vertelde Dissen in de jaren tachtig in een radio-interview.
 
De eerste Nederlandse naturistenvereniging kwam er in 1931: de Bond van Lichtvrienden. Met ‘licht’ werd ‘naakt’ bedoeld, maar op naaktlopen rustte zo’n taboe dat de oprichters dat woord niet in hun naam durfden te verwerken.
 
Noordwijk speelde al met al dus een cruciale rol in de opbloei van het naturisme in Nederland. Maar nog steeds bestaan er in datzelfde Noordwijk beperkingen, getuige het hier afgebeelde bord.
 
Troost: op het bord aan de andere kant van de paal staat waarschijnlijk: ‘naaktrecreatie toegestaan’.