Cornelis van Noorde moet een verstokte Haarlemmer geweest zijn (men hoort wel eens dat Haarlemmers altijd verstokt zijn). Hij werd er op 12 maart 1731 geboren en hij ging er op 16 oktober 1795 dood. Deze (foto van een) tekening is typerend voor zijn werk: dorpsgezichten, vaak getekend met grafiet en grijze pen. Deze tekening ”Straat te Noordwijk met de kerk van Sint Jeroen” stamt uit 1760 en is  ondertekend met “C.V. Noorde na’t Leeven get”: 1760 (“naar het leven getekend?”).
 
Van Noorde zou volgens de gegevens op internet broodbakker worden, maar hij had meer lust in het tekenen. In 1761 werd hij lid van het Haarlemsche St. Lucasgilde en hij zat ook in het bestuur van de lokale Teeken-academie. Biografen vermelden voorts dat hij getrouwd was met een weduwe, wier eerste man al in de bruiloftsnacht overleden was. Zij kregen geen kinderen.
 
Er is nog een vermelding dat zijn nalatenschap “46 stuks werken, waarbij dertien stuks verschillende drukken” terecht kwam in de verzameling van mr. J. van Buren, baljuw van Noordwijkerhout. Die verzameling werd op haar beurt weer in 1808 in Leiden verkocht. Delen ervan doken later weer op in het bezit van ene Kramm, eindredacteur van het door Johan Immerzeel aangevangen “De Levens en Werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders 1857-64”.
 
"De Straat te Noordwijk" werd nog in 2000 geveild bij Christie’s in Amsterdam voor de luizige somma van 1053 armoedige guldens.
 
Daarna raakte iedereen verder alle sporen bijster.