
Café, annex Koffijhuis Rietmeyer was nog in 1898 uitgebreid met een heuse veranda, maar in 1904 worden de hele bliksemse boel openbaar verkocht. Ene S. van Ruiten maakt er prompt een modern hotel, café en restaurant van. “Hotel van Ruiten” is een feit. Er wordt een mooie kaart uitgegeven, die suggereert dat er in de verre omgeving van het nieuwe hotel geen ander gebouw de omgeving verpest en dat je als hotelgast strand en duin zo ongeveer helemaal voor jezelf alleen hebt. S. van Ruiten wist er wel raad mee: ook advertenties in het Leidsch Dagblad moesten klandizie lokken: “à la carte den geheelen dag”.
Maar nog vóór de Tweede Wereldoorlog komt het hotel in handen van ene A.M. Marinkelle en wordt het omgedoopt in ‘Oranjehotel’. En dan komt het einde: de Duitse bezetter, met zijn ongevoeligheid voor cultuur en geschiedenis, vindt het hotel een lelijke sta-in-de-weg, breekt het af en maakt er een mooi mijnenveldje van.
Als veel later met een even desolate ongevoeligheid voor cultuur en geschiedenis ook het Palacehotel sneuvelt, wordt het mijnenveld alleen maar uitgebreid.
Want een mijnenveld is het eigenlijk nog steeds.
NW 159: Van Ruiten en Marinkelle
