Soms zwelg je in je eigen parmantigheid en dat soort ‘zwelgen’ doen sommige Noordwijkers ook wel als ze wijzen op het feit dat op 6 april 1930 de eerste zweefvlucht in Nederland werd uitgevoerd door Co van Tijen (1897 – 1958) vanaf de Duindamse Slag in Noordwijk. Maar dat zwelgen is misplaatst, want Van Tijen maakte weliswaar zijn vlucht, maar dat was niet de eerste in Nederland.  En dat in weerwil van alles wat men aan herdenkingen heeft opgezet, variërend van een gedenksteen in de duinen tot een ‘jubileumvlucht’ van Terlet naar Noordwijk (er staat ‘Noordwijkerhout’ op de envelop, maar ook dat klopt niet: de Langevelderslag is Noordwijks grondgebied).

Niets ten nadele verder van Co van Tijen. Hij was – naast manager van een chocoladefabriek een echte luchtvaartpionier die ook de eerste was met een solovlucht op zijn naam naar Nederlands-Indië. Hij was ook vóór en na de oorlog directeur bij Fokker (niet tijdens de oorlog, want toen zat hij in het verzet). En het is allemaal waar dat Van Tijen op de bewuste dag met een Pander Zögling het luchtruim koos, maar daar houdt het ook bij op.

Ene luitenant Willem-Hendrik Schukking (1886-1967) was hem vóór geweest en niet zo’n beetje ook: Schukking was al op 28 juli 1908 de lucht ingegaan met een zweefvliegtuig, vlakbij de legerplaats Zeist. Er zijn weliswaar ooggetuigen die meldden dat Schukking alleen maar een helling was ‘afgestuitert’. Maar er zijn er ook die zeker weten dat Schukking “15 meter in de lucht bleef”.

Hoe dan ook: Willem-Hendrik Schukking en Co van Tijen hebben ieder hun eigen gedenksteen gekregen en in de geschiedenis ieder hun eigen ‘eerste’ vlucht. In de duinen bij Noordwijk en op de heuvel ‘De Stompert’ bij Zeist.