Over de jonge Everwijn – Jan Charles August (1873-1939) heb ik het al verschillende malen eerder gehad. Hij was degene die na een carrière als voorzitter van de Nederlandse handelsmaatschappij, mede-oprichter van de Noordwijkse Golfclub en Nederlands gezant in Washington uiteindelijk naar Noordwijk en naar het familiaire landgoed ‘Calorama’ terugkeerde. Daar gaf hij zich weer over aan de kruidenteelt, hij zou er sterven en begraven worden op de Algemene Begraafplaats.
Maar deze kaart was gericht aan zijn vader en die is nog te weinig voor het voetlicht geweest. Deze Jan Everwijn was als koopman naar Noordwijk gekomen en was daar in 1848 eigenaar geworden van het landgoed Calorama, dat hij kocht van de familie Groeneveld. Jan Everwijn was filosoof en bioloog – een mooie combinatie – en in Noordwijk ging hij zich toeleggen op het ambacht dat al honderden jaren in Noordwijk werd beoefend, de kruidenteelt. Zoon Jan ging daar aan het begin van de twintigste eeuw lustig mee verder, maar allengs liet hij de leiding van het bedrijf steeds meer over aan zijn ‘baasknecht’ Dirk Lindhout.
Deze Lindhout nam het bedrijf uiteindelijk helemaal over en haalde in de naamgeving de ‘oude’ familienaam Groeneveld weer terug. De firma “Groeneveld en Lindhout” zette het bedrijf nog enkele jaren voort , ging toen over op de lucratievere bollenteelt en hield in de jaren negentig van de twintigste eeuw uiteindelijk op te bestaan. Jan en Jan Everwijn waren eigenlijk niet meer dan ‘tussenpauzen’ geweest – maar wel ‘edele’ tussenpauzen – in een ontwikkeling van Groeneveld naar Lindhout. Hun naam is terecht bewaard gebleven in het Everwijnpark dat recht tegenover het oude landgoed ligt.

Om weer eens wat verbindingen te maken. Deze Jan Everwijn vehuurde ook teelland. Op 24 jan 1872 verhuurde hij 2 percelen bloembollenland aan Pieter van der Meer Csz (bloembollenkweker).