Het volkslied is gedateerd in 1940 en dan mag je wel van ‘gedateerd’ spreken. Hier en daar volstrekt gekunstelde teksten die men vandaag de dag bijna niet meer uit de bek zou kunnen krijgen ("zich aan heuvelklingen huwende polders").
Maar ook: een werkelijkheid schetsend die er vrijwel niet meer is: ‘bloemenvelden‘ zijn nog ok, maar ‘beboste duinen’ en ‘op de beplante kruinen fijn liggende villa’s’? Zo veel duinen zijn er niet meer bebost, kaalgeschoren als ze al in de vroege jaren zestig werden door het bacteriologische monster van de dennenscheerder.
En vroeger lagen de villa’s vooral ‘fijn‘ omdat je de bijbehorende ‘beplante kruinen’ überhaupt nog kon wáárnemen. Tegenwoordig lijkt het er wel op alsof iedere zichtbaar stukje kruin direct voor veel geld aan projectontwikkelaars vergeven wordt voor weer een nieuwe boerderette of wanna-be-hip-bungalow. Verders is Noordwijk ook niet zo heel trouw gebleven aan ‘die Uwe schoonheid kennen’ en zo valt er nog wel het één en het ander met veel cynisme en chagrijn op af te dingen.
Maar tussen alle regels door klinkt er vooral veel warmte en liefde door voor alles wat Noordwijk – in al zijn kleinheid – groot heeft gemaakt. Ook een beetje trots, maar niet té. En vooral dát maakt het eigenlijk tot een heel aardig volkslied.
Wat de muziek betreft: ik ben geen kenner, maar op een muzieksite wordt gesproken over "veel klankkleurwisselingen in het koper- en virtuoze omspelingen in het houtregister." Dat klinkt goed.
Op diezelfde site een link naar een mp3-versie van het Noordwijks volkslied. Opdat het niet alleen gelezen, maar vooral ook ‘gehoord’ kan worden.
