Albert Verwey had vaak mensen over in Noordwijk. die hij – blijkens de vele bewaard gebleven briefwisselingen – altijd gastvrij ontving. Als ze langer dan een paar dagen bleven werden ze ondergebracht in Pension Johanna. Op 13 september 1915 schreef hij aan P.N. van Eyck dat de Belgische schilder Rick Baseleer, die gedurende de oorlog naar Nederland uitgeweken was, "vlakbij ons woont in Pension Johanna". En al op 31 augustus 1912 schreef hij aan diezelfde Van Eyck: "Karl Wolfskehl vraagt mij of er nog een Ex. van je Worstelingen beschikbaar is. Zoo ja (de prijs is immers ƒ.5.- ?) dan wenscht hij het te koopen. Zijn adres is Pension Johanna, Noordwijk aan Zee."
Ik kan jammer genoeg geen foto vinden van Pension Johanna, maar een oude kaart brengt tenminste enige uitkomst: Pension Johanna stond aan de Duinweg, ongeveer op de plek waar nu Hotel "Die Ossawa" staat, schat ik in. Inderdaad niet ver van Villa Nova waar Verwey resideerde.
Maar ik kan wél een foto vinden van Karl Wolfskehl. Wolfskehl (1869-1948) was dichter en literatuurhistoricus. Hij was een even hartstochtelijk Zionist als Duitser en hij zag het als zijn voornaamste taak enigerlei vorm van synthese te vinden tussen zijn Duitse én zijn Joodse geaardheid ("Mein Judentum und mein Deutschtum, ja mein Hessentum – das sind keine biologischen Antagonismen, es sind Ströme einander befruchtenden Lebens"). Maar zoals bekend moesten de latere Duitsers niet zo veel weten van een dergelijke synthese en Wolfskehl werd dan ook in 1933 gedwongen zijn biezen te pakken en das Vaterland te verlaten. Hij emigreerde eerst naar Zwitserland en snel daarna naar Italië. In 1938 vertrok hij voorgoed uit Europa en emigreerde naar Nieuw-Zeeland, waar hij 10 jaar later zou sterven.
Wolfskehl kwam uit Darmstadt en trouwde in 1898 Hanna de Haan, de dochter van de (Nederlandse) dirigent van het Darmstädter Kamerorkest, Willem de Haan.
Op bijgaande foto uit 1902 is Karl Wolfskehl vereeuwigd (helemaal links) met (verder naar rechts) Alfred Schuler, Ludwig Klages, Stefan George en – last but not least – Albert Verwey himself. Zij maakten allen deel uit van de wat sektarische groep rond Stephan George die weer was voortgekomen uit de redactie van "Blättern für die Kunst" (1892-1919), waaraan ook Albert Verwey – als internationalist avant la lettre – zijn medewerking gaf.
De briefwisseling tussen Wolfskehl en Verwey werd later door de onovertroffen dochter van Albert, Mea Verwey, geredigeerd en uitgegeven bij Lambert Schneider in Heidelberg (Wolfskehl-Verwey: Die Dokumente Ihrer Freundschaft 1897-1946). Of daarin ook de volgende typering van Wolfskehl door Verwey, geciteerd bij Menno ter Braak, zijn terug te vinden, waag ik te bewtijfelen: ‘Bleek, met zijn warre lokken en de golfbewegingen van zijn slanke lichaam zegt hij een woord of ligt te luisteren met de dubbelgrootte van zijn bijziende oogen verzonken in de sprekers.’
