Marsman blijft enthousiast in en over Noordwijk (Ik kom hier in Noordwijk tot zoo hechte, krachtige heropbloei – de vrucht van dezen zomer – dat ik mij in de eenzaamheid zoo volmaakt ‘gelukkig’ gevoel als nooit tevoren.), maar er zijn ook periode van een minder goede gezondheid en soms zelfs van depressie, maar dat is dan vooral in herfst en winter, in lente en zomer komen er nog wel vrienden langs, ook Arthur Lehning die soms overwipt uit Berlijn waar hij nu grotendeels woont.
In februari 1923 schrijft Marsman vanuit Noordwijk: Na de schoone werkzame weken van November en December liep mijn lichaam af, en mijn geest desgelijks […] moet ik jou vertellen van eenzaamheid… ik heb geen spoor van kracht, alles is dof en ontzettend moe. Ik sterf dagelijks. En dan blijkt opnieuw dat mijn vrienden geen mannen zijn, en – erger – mijn vriendinnen geen vrouwen, dan helpt geen wind, want ik kan niet loopen met sterke schreden, en geen Hamsun, geen Rimbaud helpt dan. Dan hebben eeuwige nachten de overhand…, daarbij komt: dat jullie – waarom? – terwijl ik bàd om brieven, niets dan vluchtige prentjes zondt, wekenlang. Ik begrijp het wel: ik zou misschien niet anders gedaan hebben. Maar het is zoo triestig dat mijn vrienden niet anders zijn dan ik.
Er zijn nog meer brieven bekend. De hele geschiedenis van de vriendschap tussen Arhur Lehning en Hendrik Marsman is door eerstgenoemde op ontroerende manier beschreven in "H. Marsman, De Vriend van Mijn Jeugd" dat integraal op internet terug te lezen is.
Marsmans studie aan de Leidse universiteit leverde hem in 1923 het kandidaats rechten op. Hij zou die studie verder afmaken in Utrecht. Hij trouwde in 1929, hield er een advocatenkantoor op na, maar de rusteloosheid die hem in zijn jeugd al gekenmerkt had sloeg opnieuw toe. Hij geeft zijn praktijk eraan en reist met zijn vrouw veel door Europa, waarbij hij zijn vriend Arthur Lehning nog vaak zal zien. In 1936 verliet hij Nederland voorgoed. Hij ging uiteindelijk in Frankrijk wonen, maar toen de oorlog uitbrak vluchtte hij met een schip vanuit Bordeaux naar Engeland. Daar zou hij nooit aankomen: in de nacht van 20 op 21 juni 1940 werd hun schip door een Duitse duikboot getorpedeerd, waarbij de meeste opvarenden verdronken. Mevrouw Marsman was een van de overlevenden.
Arthur Lehning zou nog lang door blijven leven en uitgroeien tot een vermaard en gerespecteerd kenner van avant-gardistische kunst en anarchisme (niet noodzakelijkerwijze met elkaar verbonden). Hij mocht vele groten van zijn tijd tot zijn persoonlijke vriendenkring rekenen, maar toen alle vrienden gestorven waren en ook de eeuw was gedaan had hij het verder wel gezien: hij stierf op zaterdag 1 januari 2000, de eerste dag van een nieuwe eeuw.

Marsman, een begenadigd dichter en Lehning de ware vrijdenker en anarchist. Kom er tegenwoordig nog maar eens om! Ik maak me sterk dat er nog wel zulke literaire geweldenaars en authentieke vrijdenkers zijn in Nederland, maar deze zullen ongetwijfeld ondergesneeuwd raken door de lawine van volkse en conformistische pulp die door allerlei pseudoschrijvers en dichters over ons wordt uitgestort. Voor mij is duidelijk dat talent zeldzaam is en dat er op dit moment geen enkele werkelijke avant-gardistische beweging in Nederland is te bekennen. Waarvan acte!
Groeten