‘Ontsporing’ heet het in goed Nederlands, maar dat woord hadden ze toen nog niet uitgevonden. In het bijgaande commentaar van tijdschrift De Prins van 18 april 1908 wordt gesproken van ‘het deraillement’.
Het gebeurde in de Zeestraat, waar de tram vanaf Noordwijk aan Zee op de hoek met de Lijnbaanweg door stuifzand op het verkeerde pad kwam en zich dwars het huis inboorde van Arie Slats, een oom van mijn grootvader. Het was rond het middaguur en naar verluidt zat Oom Arie in de achterkamer van zijn middagmaal te genieten toen het vreselijke gevaarte zich in de porseleinkast boorde in de voorkamer. Doof als hij was, moet hij aan zijn vrouw gevraagd hebben wat dat voor gestommel was, maar zijn vrouw kon al bijna geen antwoord meer geven vanwege de half-comateuze toestand waarin ze zo ongeveer terstond was geraakt.
De foto is van fietsenmaker/fotograaf J. Braakman (wie anders?), die onmiddellijk met de fiets van het Schie, waar hij woonde, gekomen was. Het is misschien wel zijn bekendste prent. In ieder geval haalde hij er de landelijke pers mee en met hem Oom Arie. Die staat 2e van links de lens in te kijken, zo te zien ook een beetje ‘gederailleerd’ van zichzelf.
