fotoNicolina Maria Sloot (roepnaam: Marie) werd op 13 januari 1853 geboren te Semarang in het toenmalige Nederlands-Indie. Marie was van redelijke komaf (haar vader was onderwijzer) want ze werd al op jonge leeftijd naar het gegoede meisjesinternaat van de Zusters Ursulinen in Batavia gestuurd. Dat internaat stond aan het welgelegen Noordwijk, het gedeelte van Batavia ten noorden van het Koningsplein, vol met monumentale panden en veel groen. ‘Noordwijk’ (nu Jalan Juanda) stond in Batavia dan ook voor een gegoede buurt voor de betere middenklasse, met statige villa’s en rijke koloniale magazijnen.

In 1871 verhuisde het gezin Sloot naar Nederland, naar Den Haag en later Roermond, waar vader Sloot als onderwijzer werd aangesteld. Daar in Roermond – of all places – begon Marie met schrijven, iets waarvoor ze bij de Zusters Ursulinen aan het Noordwijk in Batavia al de bodem had gelegd. Ze deed dat aanvankelijk onder de schuilnaam Mathilde, daarna Melattie van Java en uiteindelijk Melati van Java. De melati is een witte bloem, die veel op Java voorkomt en naar jasmijn geurt.

Na haar verhuizing naar Amsterdam in 1877 nam het schrijven een hogere vlucht. Haar romans waren zeer populair; in 1921 was Hermelijn het vaakst uitgeleende bibliotheekboek in Nederland. In 1893 al kreeg zij letterkundige erkenning, toen zij als een van de eerste vrouwen het lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde kreeg aangeboden. De literaire kritiek hield er echter andere meningen op na dan de gemiddelde bibliotheekbezoeker: Annie Salomons noemde haar werk "voor een jong, ontvankelijk hart even erg als vergif".

‘Marie van Java" was zo roomsch als de pieten en spande zich in het wereldse en onthechte Amsterdam van die dagen in voor de emancipatie van de katholieke medemens en sttichtte mede RK godshuizen en meisjestehuizen. Ze was ook bestuurslid van de RK Kunstenaarskring De Violier, medeoprichtster van de Katholieke Vrouwenvereniging en bestuurslid van de Internationale RK Vereniging Ter Bescherming van Jonge Meisjes. Ze stond op goede voet met de schilder Jan Toorop en de letterkundige Alberdingk Thijm, mannen van groot artistiek statuur.

Maar de waardering voor haar werk verflauwde langzamerhand, wellicht omdat het gereformeerde volksdeel begon af te haken bij zoveel tentoongespreide katholieke devotie. Haar romans heetten opeens ‘gedateerd’. In retrospectief schreef een andere recensent: "Hoewel haar goed vertelde, maar wijdlopige en in psychologisch opzicht oppervlakkige romans omtrent de eeuwwisseling een zeer brede kring van lezers en vooral lezeressen aanspraken, bleken ze niet tegen de tijd bestand." Marie verzon een list: ze publiceerde vijf geruchtmakende romans onder een nieuw pseudoniem, dit keer de schrijversnaam M(ax) van Ravestein. Dat pseudoniem bleef nog jarenlang staan totdat de ongeëvenaard katholieke Anton van Duinkerken in 1954 in het al even ongeëvenaard katholieke dagblad De Tijd onthulde dat achter deze naam de ongeëvenaard katholieke Bloem van Java schuilging.

Marie Sloot, Melati van Java was toen al 27 jaar dood. Ze overleed op 13 juni 1927, natuurlijk voorzien van de HH Sacramenten der Stervenden, in een hotel in Noordwijk aan Zee. Haar schrijverschap eindigde zo in een ander Noordwijk dan waar het begonnen was. Zij werd 73 jaar en liet – gedateerd of niet – een oeuvre achter van ruim zeventig boeken. Tachtig jaar na haar dood heeft ze nog steeds een fanclub die een mooie site beheert.
Veel informatie heb ik aan die site ontleend.