De herkomst van het gebouw is niet bekend, laat staan de ontwerper ervan. Maar in 1908 domineerde het de banen van de Noordwijksche Sportvereniging, oftewel de Noordwijkse tennisclub. Het ontsnapte ook niet aan de fijne penseelstreken van Max Liebermann. Maar toen de Noordwijksche Sportvereniging echt iets ging betekenen en naar uitbreiding streefde was het met dit houten gebouw snel gedaan: de tennisbanen moderniseerden zich tot het roemruchte Casinocomplex waar nog menig hoogstaande partij werd gespeeld door menig vermaard speler en speelster. Het houten gebouw werd waarschijnlijk opgekocht door het bestuur van de r.k. parochie van Sint Jeroen in Noordwijk-Binnen, waar het als r.k. jongerensoos (juvenaat) dienst ging doen. Het was aan het eind van de jaren zestig een wat muffig gebouw geworden. Kinderen van de r.k. jongensschool en de r.k. meisjesschool voerden er wel eens toneelstukjes op, je kon er een biljartje leggen, het rook er soms naar donker bier, er was het jaarlijkse ziekentriduum, bij gelegenheid waarvan r.k. zieken en ouden van dagen 3 dagen in het gebouw bivakkeerden voor retraite, erediensten en wat onderling gezelschap. Op vrijdagavond kon je er nog je ingevulde toto-formulier kwijt bij de functionarissen van de r.k. voetbalclub SJC en wekelijks oefende het r.k. fanfare- en majorettenkorps ‘Excelsior’ er de pannen van het dak. Het was wat anders dan het waarschijnlijk decadentere gedoe van toen, op die tennisbanen, waar alleen de elite zich verpoosde en zich kon wentelen in de nieuwe tijd. Toen het gebouw integraal met planken en spijkers en al naar de van Limburg Stirumstraat in Binnen werd verhuisd, trad opeens de oude tijd in. Die oude tijd is voorbij. Het r.k. Juvenaat werd in de jaren zeventig afgebroken en maakte plaats voor een r.k. parkeerterrein.